Net als mensen hebben dieren en planten een naam. Hoe komen ze aan die naam en wat zegt zo’n naam? En wat hebben wij nu nog aan die namen? Over deze vragen gaat de lezing die Rini Kerstens op 21 november a.s. geeft in Ter Aa met als titel: ‘Namen van en verhalen over planten en dieren’.
Tijdens zijn presentatie zal Rini Kerstens een beeld geven van de ontwikkeling van de naamgeving vanaf de Oudheid tot in onze tijd. Tot in de late Middeleeuwen hadden niet alleen de signatuurleer, maar ook het christelijk geloof en de kloosters een grote invloed op de naamgeving. Aanhangers van de signatuurleer vergeleken de uiterlijke kenmerken van een plant met het menselijk lichaam. Het blad van longkruid bijvoorbeeld heeft de vorm van een long en bevat vlekken die doen denken aan opgehoest slijm. Longkruid zou daarom een goed middel zijn tegen longkwalen. Ook het christelijk geloof en de middeleeuwse kloosters met hun kruidentuinen hadden een grote invloed op de naamgeving. Zo komen we bijvoorbeeld aan de namen Sint-Janskruid en paternosterkruid.
Vanaf de renaissance gaan de mensen zelf meer op onderzoek uit en verandert de kijk op planten en dieren. Geleerden gaan verzamelingen van planten en dieren aanleggen en komen door het bestuderen daarvan tot nieuwe inzichten. In de 18e eeuw legt Linnaeus met zijn dubbele naamgeving (het geslacht en de soortnaam) de basis voor de naamgeving van planten die we tot op de dag van vandaag gebruiken. Linnaeus ging bij zijn indeling van de planten uit van de kenmerken van de bloem. Later toen de ideeën van Darwin ingang vonden, werd de ontstaansgeschiedenis en daaruit voortvloeiende verwantschap tussen planten het uitgangspunt voor de ordening. DNA onderzoek in onze tijd maakt het mogelijk de verwantschap tussen planten nauwkeuriger te bepalen.
Na de uitleg van de historische lijn zal Rini Kerstens een aantal planten en dieren de revue laten passeren die ieder hun eigen naam en hun eigen verhaal hebben. Aan de orde komen o.a. het Schupschijterke, Erps gruun, guichelheil, mulder, Cheledonium majus, hemdeknupke, tunnekeshei, donderbistjes, Drosophila melanogaster, schuurbies, Sint Jansvlinder, zoermelk, Vlaamse gaai, ertgallen …..
Rini Kerstens kennende zal zijn presentatie zeer onderhoudend zijn en met de nodige humor gepaard gaan. De lezing van Rini op 21 november a.s. in Sport- en ontmoetingscentrum Ter Aa (Den Uil 1A te Erp) begint om 20.00 uur.
Is dit het Schupschijterke? 